De prunus bloeit.
't Is fris en guur.
Slechts nu en dan
wat prille zon.
Ik sta en tuur
de bollen los,
de crocus in
het zachte mos.

Het kieviets-ei
is reeds gelegd.
De knoppen ronden
op hun tak. Ik sta versteld
om 't dorre hout, dat groenend
zijn verhaal ontvouwt.

Moeder natuur
houdt nog wat in.
Straks ademt zij
intens en diep.
Zij kijkt omhoog,
vertrouwt spontaan,
dat straks z' in 't licht
haar geuren spreidt.

En ... wie in wonderen
niet gelooft,
verbergt zich haastig
in de nacht.
Maar 't kind van God,
dat zoekt Zijn licht
en looft de Schepper,
die 't bedacht.