In grote lijnen trekken kleuren
langs het vroeg maagdelijk blauw
zonder de onschuld van de dag
aan te tasten maar geven warme gloed
over een ontwakende wereld.

Een wereld die de kleuren weerkaatst
in glanzend vocht van zijn ogen
ochtendgeluiden maakt alsof hij rekt
kreunend zich nog aan nachtrust klemt
maar tevreden reeds zijn tonen fluit.

En de enkele mens als aanschouwer
ziet weer het paradijs opengaan
waant zich tussen alle wonderen
dat kleine schepsel in immense tuin
waarin hij ooit oog-in-oog

met zijn Schepper heeft gestaan.