het voorjaar komt er aan, het brengt ons een verblijden
de winter is voorbij met al haar koude tijden
de natuur ontwaakt, we zien de bloemen weer komen
overal fris groen en bladeren aan de bomen

na de lente komt de zomer in haar volle pracht
met veel zon en lange dagen en een korte nacht
en tegen het einde van die mooie zomertijd
staan de akkers vol van koren voor ons toebereid

in de herfst geeft het land ons fruit en and're vruchten
die we dankbaar oogsten onder God's wolkenluchten
daarna verstilt het leven, gaand' naar de wintertijd
wachtend op het nieuwe jaar dat door God is bereid

daar ziet de schepping naar uit met een groot verlangen
naar een nieuw jaar dat aard' en hemel zal omvangen
naar een land waar geen ziekte en geen dood meer zal zijn
maar eeuwig leven met de Heer in Zijn zonneschijn

dat verlangen heeft God Zelf in ieders hart gelegd:
het eeuwig zijn bij de Heere naar Zijn Godd'lijk recht,
met de Heere wandelen in de Hof van Eden
en in de Stad Sion Zijn tempel binnentreden

die nieuwe wereld is door God geheel klaargelegd,
en is van een onvoorstelb're schoonheid naar 't Woord zegt
artsen, ziekenhuizen, begraafplaatsen zijn er niet
er is daar blijdschap en vreugde die men alom ziet

daar is de Hof van Eden, daar wandelt onze Heer
zo was het in 't paradijs, zo is 't voor altijd weer
het Lam van God Die voor ons de dood is door gegaan:
wij zullen lofzingend voor eeuwig rond die Heer staan
-

Reacties mogelijk gemaakt door CComment