onze God, Hij schiep de hemel en de aarde
het prachtige aardrijk, met mensen en dieren
de Hof van Eden, waar Hij met ons wandelde
waar we het zijn met Hem daag'lijks konden vieren

de Gaarde van Eden, omringd door rivieren,
vol bomen en planten en prachtige bloemen
Adam en Eva, die daar met God wandelden
rentmeester en hovenier, mocht men hen noemen

zij zouden de Hof bebouwen en bewaren
en aan alle dieren gaven zij hun namen
zij wandelden daar met God in Zijn zonneschijn
Adam en Eva, man en vrouw aldaar, samen

God sprak daar tot hen: wees vruchtbaar, en word talrijk
vervul de aarde, geef haar uw rentmeesterschap
voor vissen der zee en vogels aan de hemel
en voor alle dieren hier in ieder landschap

voedsel en drinken is voor allen voorhanden
de vele bomen geven aan u hun vruchten
en voor de dieren gras en wat het veld hen geeft
en water uit fonteinen bij hemelluchten

en God zag dat het goed was wat Hij had gemaakt
hier op de aarde, naast de hemelse landen:
wat een niet te meten schoonheid en heerlijkheid;
loof de Heere, voor de werken van Zijn handen

zoals het toen zo was, zo zal het weer wezen:
de Heer komt weer, en met Hem de Hof van Eden
en Jerusalem, Koningsstad in alle pracht
wij zullen bij de Heer zijn, in eeuwigheden
-

Reacties mogelijk gemaakt door CComment