in den beginne schiep God de Hof van Eden
zo staat het in het boek Genesis geschreven
in een schoonheid en heerlijkheid niet te meten
voor mensen en dieren om daar te gaan leven

een flora en fauna in grote variëteit
dieren in de lucht, in de zee, en op het land
bomen, bloemen, planten, bossen en ook beemden
bergen, rivieren, beken, en zeeën met strand

het heerlijkste was dat God daar Zelf wandelde
met ons die Hij daar schiep naar Zijn gelijkenis
en als Vader met ons, Zijn kind’ren, handelde

wij zien uit naar het weer oprichten der dingen
naar U Die zijt gegaan voor onz’ behoudenis:
geef ons om weer in Eden Uw lof te zingen

bij : Genesis 2, vanaf vers 8
Lucas 23 : 43
heden zult ge met Mij in het paradijs zijn