Reeds voor uit ’t niets ’t iets ontstond
kende U al de ganse aarde
en waar Uw Geest nog leegte vond
schiep U een tuin van grote waarde.
 
Een hof vol schoonheid en leven
vol kleur en geur en bloemenpracht
hebt dit de mens tot zorg gegeven
waarvan U nog de vrucht verwacht.
 
En wij, die slechts Uw vrucht verwachten,
lopen voorbij aan goedheid die U schonk
omdat wij enkel aan onszelf dachten
en niet aan de beker die U dronk.
 
Leer ons dan weer naar behoren werken
in die door Uw zo schoon geschapen hof
zodat wij weer door Uw liefde merken
dat wij niet enkel bestaan uit aardse stof.