Een oude boeren houtwal
achter ons appartement
is een paradijs voor vogels.
Ze zijn er in hun element.

In het vroege voorjaar
zie je de kraaien, duiven,
roodborstjes en mezen
op takken die in de wind wuiven.

Dan begint ook hun luide zang.
Uit volle borst wordt er gezongen.
Ieder zoals hij is gebekt.
Het nest bouwen is weer begonnen.

Zijn er jongen te verzorgen
vliegen ze continu af en aan.
Toch is er tijd voor een liedje.
dus hoor je ook de vinken slaan.

Hoe wonderlijk is deze wereld
als je kijkt naar de natuur.
Elk zingt zijn zang op een tijd
zelfs in het nachtelijke uur.

Het zal niet lang meer duren
dan wordt het stil in de bomen.
De bladeren gaan vallen
de herfst is weer gekomen.

Het is als onze eigen cyclus.
Spelen, leren, werken en zorgen.
Het huis leeg, jij met pensioen.
Je weet je in God geborgen.

Aan het einde van het leven
zie je hoe Hij met je ging
in verdriet en in vreugde.
Het is een dierbare herinnering.

Verlangend kijk je naar de toekomst
om straks als hemels gezin
op de Nieuwe Aarde te vertoeven
zonder einde. Een nieuw begin.