Waarom zingt de merel niet

De herfst heeft kleurenpracht,
de bladeren zijn goud gerand.
Regendruppels dansen op de takken,
stralend als een diamant.

De gouden zonnestralen,
schitteren in het woud.
De herfst kleurt alle bladeren,
de bossen en de heuvels eeuwen oud.

De herfst kan stil en donker zijn,
ik hoor geen merel zingen.
Wacht hij tot het voorjaar wordt,
als de knoppen springen ???

Voorjaar, herfst en winter,
niet altijd zijn er groene weiden.
Ook al zingt de merel niet,
alles heeft zijn vaste tijden.

Al striemen regenvlagen,
ons pijnlijk in 't gezicht.
Al is het nog zo donker,
altijd wordt het 's morgens licht.

Waar gij ook uw voeten zet,
God omringt u aan alle zijden.
Al gieren storm en wind,
In Zijn hand zijn alle tijden.


.