De waterige wolkenvegen
lossen in blauwe luchten op 
komen de bruingroene wachters tegen
die op hun kop
de spiegel vormen van de oever
waarop ik mijn ogen laat rusten
in een bewuste overgave
aan een nieuwe dag.

Is er kracht
in hier vertoeven
waar het loslaten
de tijd beschrijft?

Zult U spreken
in dit wenken
waar Uw stormen
het laatste blad verdrijft?

Ik wil wachten aan het water
verlangend starend naar de lucht
Waar Uw Geest mij brengt naar later
en heel diep in mijn zuchten zucht.