Zo vaak zat ik gevangen
in mijn zorgen, in mijn vragen,
in mijn geest, terneergeslagen
door een onvervuld verlangen.
Maar nooit zat ik gevangen
omdat ik van U houd.

Zo vaak zat ik gevangen
in het tobben over mijn leven,
in het niet goed kunnen geven
en veel van anderen verlangen.
Maar nooit zat ik gevangen
omdat ik van U houd.

Zo vaak zat ik gevangen
in mijn twijfels en mijn strijden
en voelde mij soms lijden
door mijn onzekere verlangens.
Maar nooit zat ik gevangen
omdat ik van U houd.

Toen zag ik plots mijn naaste,
gevangene om Jezus wil.
En alle strijd in mij werd stil.
Wat was ik een verdwaasde.
Mijn broeder om geloof mishandeld.
Mijn zuster om geloof verkracht.
Werd er door mij aan hen gedacht?
Heb ik in hun schoenen gewandeld?

Zo vaak zijn zij gevangen
door hun volgen, door hun loven
in dezelfde God van boven
maar met hemelse verlangens.
Leer mij strijden voor hun vrijheid
omdat ik van U houd...