Zoals wij nu
ons leven moeten leiden,
is het ook gegaan
in ver vervlogen tijden.

Een lockdown zoals die heerst
in ons bestaan,
heeft Noach in de ark
ook moeten ondergaan.

Nu dreiging en gevaren
ons van dichtbij belagen,
leert het verhaal van ‘d ark,
ons hoop in bange dagen.

Want God zal u en mij
ook zeker niet vergeten,
al dreigt de storm, de wind,
Hij heeft diens tijd bemeten.

De Heer gaf opdracht om aan boord,
drinkwater te vergaren,
en ook voor elk in ‘t ruim
voldoende etenswaren.

Elk mens en dier
werd dagelijks gevoed,
de Heer heeft ieder in de ark
voor honger en ook dorst behoed.

Vijf maanden had de ark,
de woeste wateren weerstaan,
wijl ieder daar aan boord verlangde,
hoopte op een nieuw bestaan.

En Noach zag steeds meer
de voedselvoorraad slinken,
ook was er na die lange tijd
niet veel meer om te drinken.

Toen werd hij verontrust,
verlangde naar een teken,
dat alles goed weer was
en het water was geweken.

Een duif die hij,
over de vloed gezonden had,
kwam spoedig weer terug,
bracht een olijfgroen blad.

Die duif is als een bede,
al aan de Heer gericht,
volhardend in vertrouwen
verlangend naar Gods Licht.

Het groene blad laat zien,
dat je iets merkt en weet,
als antwoord op jouw bede,
dat jij,
misschien niet had verwacht,
waaruit je op kan maken,
God heeft aan mij gedacht.

En op die nieuwjaarsdag,
toen was
en dat is toch bijzonder,
de wereld weer
zo groen als gras.

En juist daarom bewonder,
elke eerste dag van ’t nieuwe jaar,
en elke dag,
aan u gegeven,
al is het soms ook zwaar,
vertrouwende op Hem,
met goede moed en zin,
en hopend op een nieuw
en zegenrijk begin.