Als Heer mijn hart is zwaar,
en op mij drukt een last,
als ik mij voel verlaten,
en alleen.
Tot wie zal ik mij wenden Heer,
geen één,
dan U kan mij vertroosten.

Want U verblijdt,
verkwikt mijn geest.
In tegenspraak tot al wat dreigt
en mij belaagt,
richt U mij op.
U brengt mij van een diep en donker dal,
zo wonderlijk,
naar de hoogste top.

En laat mij Heer, in al mijn nood,
Uw Vaderlijke Liefde blijken,
U bent met niemand te vergelijken.

Er is geen medicijn,
dat wonderen kan verrichten,
geen therapie,
geen arts die mijn gemoed
weer helder kan verlichten,
zoals U, Heer dat doet.
Vanuit de diepste put,
brengt U mij weer tot rust,
en maakt U alles goed.

Zelfs als geen perspectief meer is,
geen nieuwe horizon meer blinkt,
mijn aardse tent,
gestaag wordt afgebroken,
weet ik van Uw Belofte Heer,
van eeuwig leven en geluk,
die klaar en helder,
in mijn gedachten klinkt.

Heer Uw Belofte is,
wat ik wil
en blijf geloven,
van Heer,
Uw Heilvol Plan met mij,
en dat U van mij alles weet,
Uw Liefde en Uw Vadertrouw,
en dat U mij kent
zelfs hoe ik heet,
‘t gaat alles mijn verstand te boven.

Ik daal niet in het duister neder,
U laat mij in Uw Schaduw rusten,
en U bewaakt mij zacht en teder,
mijn geest is in Uw Handen Heer.
Wachtend tot Jezus roept mijn naam,
en ik herschapen op mag staan.

Dan mag ik hen opnieuw ontmoeten,
beminden mij reeds voorgegaan.
Die leefden in Uw Liefde en Waarheid
hen zal ik dan verblijd begroeten,
daar waar U heerst in eeuwigheid.