De eerste huwelijksdag is al verjaard
maar de liefde is nooit verborgen.
In de ogen van anderen zijn ze bejaard.
Soms denken ze aan hun oude zorgen.

Elke morgen geeft hij haar een zoen
terwijl ze van een nieuwe dag genieten.
Zij strikt de veter van zijn schoen
daarna gaat hij de plantjes begieten.

Na het ontbijt loopt hij naar de kast
en pakt het Bijbels dagboek.
Hij leest traag maar toch vast
een stuk uit hun levensboek.

God is niet uit hun leven verdwenen,
ook niet toen er geen kinderen kwamen.
Samen hebben ze daarover staan wenen
keken naar buiten, waren heel erg samen.

Nu op het eind van hun leven
komt Els, hun hulp twee keer
om het huis een beurt te geven
Naar haar jeugd kijken doet zeer.

Op een dag krijgt zij geen zoen,
want hij moest voor God verschijnen.
Naast het bed staat zijn lege schoen.
Langzaam zie je haar wegkwijnen.

God heeft niet lang gewacht
en heeft ook haar geroepen.
Nu zijn ze weer dag en nacht
bij elkaar en dicht bij hun Vader.

2 februari 2001