De vaste grond onder mijn voeten
verandert langzaamaan in drijfzand
ik zal mijn zekerheid prijsgeven moeten
geduldig wachten op een uitgestoken hand

onmogelijk is het om op eigen kracht
uit de donk're diepte los te komen
ik geef me over, schreeuw en wacht
laat al mijn ingehouden tranen stromen

dan zie ik onverwacht een teken
het moet wel van een Engel zijn
licht omhult mij als een warme deken
ik grijp de uitgeworpen reddingslijn

als ik wil kijken wie aan de and're kant
mijn bange noodkreet heeft gehoord
zie ik alleen een schaduw van de Hand
die mij wil leiden aan het levenskoord.