Stilletjes sta je daar,
eenzaam en alleen,
te schuilen tegen de regen
die gestadig naar beneden stroomt.
‘Niemand’ ziet je tranen,
‘niemand’ ziet je wanhoop,
‘niemand’ ziet je pijn,
voorbij lijkt alles
waarvan je eens
had gedroomd.
Elk vooruitzicht is vervaagd,
elke kans lijkt verkeken,
alle gevoelens
van vreugde en blijdschap
lijken te zijn weggestroomd.
Toch,
in een hoekje
van die verborgen schuilplaats,
is er een Licht
dat van bovenuit
naar binnen stroomt.
Het droogt je tranen,
en je verkilde hart
van wanhoop en pijn
wordt met een diepe warmte
doorstroomt.
Nieuwe hoop ontspringt
diep in je hart,
Een onzichtbare hand
helpt je overeind
en opnieuw voelt het
alsof je hebt gedroomd.
Je heft je hoofd omhoog
en je ziet Zijn Licht;
het Licht van Zijn liefde
dat jou
heeft overstroomt.
Licht,
dat schijnt
in de diepste duisternis;
door niets en niemand
kan worden gedoofd,
Licht,
wiens naam ‘Jezus’ is,
altijd schijnt
en wiens liefde stroomt
en stroomt
en stroomt
en stroomt …

 

U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment