wie is de mens
zichzelf eeuwig leven toe te eigenen
een sterfelijk wezen is hij die steeds sneller lopend
de dood in zijn nek voelt hijgen
tenzij zij zich keert en buigt héél diep
zegt vanuit zijn diepste diep
‘ik ben een mens’
mijn leven is
helaas sterfelijk
en openend de hand om te ontvangen
hemels voedsel dat uit de Onsterfelijke sfeerwereld
neerdwarrelend als glinsterende dauwdruppels op de dorstige ziel
ik hoor jou roepen vanuit het stralend heiligdom
‘zet je neer en luister’
ontvang de diepe geheimen
van de leer van de Vader
‘zet je neer en luister’
ontvang wat je hoort en leer er de verborgen sloten
één voor één te openen en de schatten aan hemelse woorden
te verzamelen, te bewaren, te herkauwen
en ik geloofde de woorden
zo hemels van zoete spijs
één voor één herkauwend wat mij toegemeten werd
en het sap stroomde door mijn lichaam
hernieuwde dan wat reeds dood, mat en in verval verkeerde
opnieuw beluisterde ik de Gouden Woorden
als een mand met brood dat uit de hemel neerdaalde
‘zet je neer en eet’
eet wat eeuwig leven geeft
want Ik ben het Brood om van te leven
ik kom uit de hemelsferen en daal af
in elke vezel van jouw lichaam
ik voed en verlicht de duistere cellen
wie gelooft –bezit-
eeuwig leven

Johannes 6:48

9 augustus ’03