Noodweer

Wanneer er stormen woeden
de wind vernieling zaait
het tij niet lijkt te keren
het alsmaar harder waait
je in de koude kilte
geen Luwte meer verneemt
je in benarde uren
van warmte lijkt vervreemd.

Wanneer de regen klatert
het grauwe grijs volhardt
je in verwarde tijden
geveld in diepe smart
je hoop hebt opgegeven
je moed lijkt te vergaan
schroom dan toch kind, niet langer
om vrij tot God te gaan.

Hij zal je zachtjes leiden
Hij voert je aan Zijn zij
want nóg heeft God de almacht
in wind en stormgetij.
Je mag op Hem vertrouwen
als jij 't van Hem begeert
want zie, in menig noodweer
heeft Hij het tij gekeerd!