Er kunnen van die dagen zijn
dat alles donker is en kil
en als je iemand roepen wilt
blijft het zo troosteloos en stil.
Je weet niet waarom niets je hart
in vlam zet of met vreugde vult
en hoe het komt dat je geheel
met droeve dingen bent vervuld.

Maar als je echt geen uitweg ziet,
doe dan eens stil je ogen dicht
en laat je moegestreden hart
op ’t licht des hemels zijn gericht.
Voel hoe de trilling in je ziel
jou met Gods liefdemacht verbindt
en weet dan dat Hij vriend’lijk zegt:
”Jij bent Mijn teerbeminde kind!”

Zo ga je veilig en gewis
aan Vaders handen vreugd’vol voort.
Zo weet en voel je dat Hij jou
zelfs in een dal van wanhoop hoort.
Dat geeft je nieuwe levensmoed
en draagt je over bergen heen
met in je hart de stem die spreekt:
”Ik laat je nooit, neen, nooit alleen!”