Heer, wanneer ik vol van zorgen,
mij van U afwend in verdriet.
Dan legt U uw hand op mijn schouder,
omdat U mijn hart aan ziet.
 
Heer, wanneer mijn tranen vloeien,
en mijn ogen troebel zijn.
Dan komt U naast mij lopen,
want U kent al mijn pijn.
 
Heer, wanneer mijn voeten wankelen,
en ik struikelend verder loop.
Dan reikt U mij uw uitgestoken handen,
dat geeft mij nieuwe hoop.
 
O Heer, als ik mijn levensloop bekijk,
en mij de uitkomst ervan laat beven.
Dan slaat U vol liefde uw armen om mij heen.
En zegt: mijn kind, jouw zonden zijn vergeven.
 
Ze zijn duur betaald met kostbaar bloed.
Mijn Zoon gaf ook voor jou zijn leven.
Kom maar bij Mij, je bent mijn kind,
altijd zal Ik je met mijn liefde omgeven.
 
In mijn armen mag jij je veilig weten,
daar vind je rust, en kun je zorgeloos zijn.
Jouw moeiten heb Ik voor jou gedragen,
vreugde verdrijft daar alle pijn.