Wees welgemoed
jij wankele ziel
zelfs waar je in de afgrond
van de zwarte wanhoop viel
riep de diepte 
van Zijn ziel:
Mijn heil heb 
jij tegoed
na het zure 
geef Ik zoet.
 
Hef op je hoofd
jij vol gewicht
zelfs waar je voor de zwaarte
van de aarde was gezwicht
zochten Zijn 
ogen het licht:
nimmer wordt 
van die gelooft
Mijn genade 
toch geroofd?
 
Heb ware achting
jij Zijn geliefde
Zelfs waar je wil werd afgeleid
en je iemand kwalijk griefde
volhardde Hij
de Verliefde:
Mijn wil houdt
opwachting
brengt je tot
verzachting.
 
Wees wel bewaard
wankele ziel
vol gewicht
Zijn geliefde
opgeheven
vederlicht.