Toen je kon vergeven
ging het licht
van zonnestralen
uit de hemel
schijnen in je ziel.

Door de last
die van je viel
kwam er ruimte
om te leven.

Het hart dat was gebroken
in duizend stukjes steen
van woede, wraak en bitterheid
vormde een nieuw mozaïek
met een patroon
dat het hart vindt
in de Zoon.

Zo kwam de eeuwigheid
binnen in de tijd
en deed je anders kijken
naar 't verleden.

Je hoefde niet
te vergeten
in het heden
maar mocht los gaan laten
wat jou bond.

En de vrede
die je vond
bracht jou op een
andere weg naar morgen.

In een wereld
van nieuw leven
toen je kon vergeven.