Er zijn geen woorden voor te vinden, alle letters aaneengeregen schieten tekort
De kleine knuistjes, vingertjes nog zo iel als het dunste stokje wat is geboren
Er was zo naar hem verlangd,jaren waren voorbij gevlogen, toch nog gekomen
Elke seconde van zijn lach herstelde de moeder en vader van huin ontberingen

Vreugdetranen werden geplengd toen het wezentje zich voor het eerst liet zien
Hij mocht het daglicht zien, zijn lipjes lachten toen hij de wereld aanschouwde
Ik hield hem dicht tegen me aan, zijn warmte troostte mij zo zeer, wat een wonder
De avond viel, de rust trad in, er werd wat gepraat over het leven, zo gewoon

Zij liep naar boven, wat bleef ze toch lang weg, ik ging haar achterna, hemel
De hemel viel neer op mij, zij stond daar te turen, haar stem was weggevlogen
Hij lag met open ogen te staren in het niets, waar was nu toch dat wonder
Mijn stem vloog de hare achterna,op weg naar waar, ik weet het nu nog niet

We knielden bij zijn wieg, samen hielden wij zijn koude handjes vast, treurnis
Wat ons zo samen bezighield, ik zal het nooit weten, mijn hart vloog toen weg
Haar hart stapte ook uit haar lijf, waarnaar hij vloog, ik weet het niet
Samen stonden wij op, onze handen nog immer om zijn vingertjes geklemd

Wat de dagen daarna allemaal gebeurde, is als een droom voorbij gevlogen
Mijn hersenene waren verdwenen, het hart weende als nooit tevoren, verloren
De ziel van het kind verliet zijn kleine lichaam, op weg naar wat en wanneer
Achter bleef een ondraaglijke leegte, de verbijstering regeert tot op het heden

Wilde hij dan hier niet bij ons zijn, kon hij niet leven op deze plek, vragen
Antwoorden komen niet,vragen zijn nu zinloos, we lieten hem uiteindelijk los
Hij vloog naar de engelen, zij hielpen hem op weg naar de verre hoge hoogte
Ver van hier, voorgoed in ons hart gegrift, nooit meer zonder zijn beeld

Hij ontviel, hij ontliep, hij ontsliep de verdere dagen van dit leven.....
Hans H.G. Noorhoff