Eens liep ik op een kerkhof
waar ik stilstond bij een ronde kring
was ‘t alsof die kring me riep
em sprak van een trieste herinnering
 
ik zag zes kleine stenen staan
van zes kleintjes… eens geboren
bij ouders die hun liefste bezit
ontvingen, maar ook weer verloren.
 
Ik zag ze gaan in hun verdriet
naar het kerkhof, naar die stenen.
Onder de slagen van hun God
was al hun vreugd verdwenen.
 
Hun  leven werd een zware weg
geen liefde meer om weg te geven.
zich vastklampend aan hun God 
verlieten ook zij dit leven.
 
Geen nakroost is er nu van hen
op aarde is  niets meer te vinden
dan die zeven graven nu
van de ouders en zes kinderen.
 
Al mijmerend bij die grafjes
denk ik met betraande ogen
dat de vele tranen hier geschreid
worden bewaard en meegewogen
 
 
 
Tijdens een wandeling in Trichart (Zuid Afrika) ontdekten mijn man en ik deze zes grafjes op een rij en daarachter het graf van de ouders die beide hun zes kinderen overleefden.