Delen maakt rijk. Wie vrijgevig is, wordt almaar rijker,
wie gierig is, wordt arm.
Economisch of materialistisch gesproken lijkt dit vreemd, maar ....
je bent rijk als je jouw verdriet, angst, woede, pijn
je bent rijk als je jouw verdriet, angst, woede, pijn
met iemand kunt en wil delen;
je bent nog rijker als je jouw vreugde, blijdschap, geluk kunt delen
en degene die je in kwade tijden bijstond daarin niet vergeet.
Dat is nog maar de helft van de rijkdom die je delend kunt
je bent nog rijker als je jouw vreugde, blijdschap, geluk kunt delen
en degene die je in kwade tijden bijstond daarin niet vergeet.
Dat is nog maar de helft van de rijkdom die je delend kunt
vergaren, verwerven, vermeerderen.
Nog groter rijkdom valt je ten deel ....
als je kunt delen in het verdriet, pijn, leed, ziekte van een ander:
Nog groter rijkdom valt je ten deel ....
als je kunt delen in het verdriet, pijn, leed, ziekte van een ander:
ook en juist als je zelf vervuld bent van geluk;
zeker ook als je kan delen in de blijdschap en vreugde van een ander:
ook en juist als je zelf die blijdschap niet voelt.
In die zin wens ik een ieder, hoe eenzaam of alleen ook,
zeker ook als je kan delen in de blijdschap en vreugde van een ander:
ook en juist als je zelf die blijdschap niet voelt.
In die zin wens ik een ieder, hoe eenzaam of alleen ook,
schatkamers vol van de rijkdom in delen en geven,
afstralend in al je contacten.
1992 (Spreuken 11:24)
1992 (Spreuken 11:24)
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.