Terwijl wij alsmaar denken,
genietend van Gods zon,
dat we iets kostbaars schenken,
wat niemand anders kon,
is alles zo vaak al gedaan,
gezegd of opgeschreven,
dat hebben we nooit goed verstaan,
omdat we binnen leven.
 
Binnen in ons eigen lijf,
van commentaar onthouden.
Een veilig,vogelvrij verblijf,
vol van het vertrouwde.
Maar U ziet onze harten Heer,
voor U is niets verborgen.
We geven U geen notie meer,
alleen van onze zorgen.
 
Here God, het is zo zonde;
als U nergens aan begon
hadden wij niets uitgevonden.
Dat klopt, want U bent onze Bron.
Mogen wij die Schat bewaren
in het diepst van onze ziel,
waar we onbevangen waren
toen een vrouw van ons beviel?