Waar Heer, waar is de zon
in een land waar wapens kletteren,
waar uw licht verdween uit het bestaan?
Hoe Heer kunnen mensen nog in U geloven,
als het hemels licht door geweld is uit gedaan?
 
Waar Heer, waar is de zon
in een land waar kogels suizen,
waar de hemel oplicht van geweld?
Waar men in schuilkelders moet verblijven,
omdat een leven niet meer telt?
 
Waar Heer, waar is de zon.
Waar kan men uw licht nog vinden,
waar mensen op de vlucht geslagen zijn?
Van huis en haard werden ze verdreven.
Overhoudend zorgen angst en pijn.
 
Waar Heer, waar is de zon
in een land waar mensen biddend smeken
om bevrijding van die aardse oorlogslast?
Kan men daar nog zonnestralen voelen,
van een zon die zwaar met lijden is belast?
 
Och Heer, zendt toch de zon
naar landen waar nu nog wapens kletteren,
waar uw hemels licht uit werd gedoofd.
Och Heer, dat de warmte van de zonnestralen
eens weer schijnen op elk mensenhoofd.
 
Ja Heer, dat de stralen van uw zon
alle brandhaarden mogen doven,
zodat in alle landen uw licht weer schijnen zal.
Dat al uw kinderen weer vrij mogen leven
In een land waar uw zon nooit meer verdwijnen zal.