Zag jij, zon
    hoog opgehangen
    in de atmosfeer
    van hemelzangen
    hoe de zwarte
    zonde in de
    schepping zonk

    je bleef opgaan
    en verzinken
    levend licht
    in ‘t dodelijkst
    tijdsgewricht
    vuurbal in de
    handen van
    de Schepper.

    Je stond stil
    -wonderwerk 
    van Zijn wil-
    verlichtte
    lamme lasten
    van het verkoren
    vrije volk
    voortgaand
    onder Zijn wolk.

    Maar jij
    ook jij
    verzengend
    is je zinderende
    schaduwzijde
    verschroeid
    de omgeslagen
    bladzijde

    totdat jij
    zelfs jij
    zult zwijgen
    uitdoven
    en wij
    herschapen
    de Morgenster
    laaiend loven.