Als God niet zou bestaan,
wie zou de leegte vullen?
De kilte die voortaan,
ons hart dan zou omhullen.
Als ’t leven zonder zin,
zich uitzichtloos zou tonen.
Omdat vanaf ’t begin,
er duisternis zou wonen.

Geen liefde zou er zijn,
maar botweg vegeteren.
Geen sprankje licht zo klein,
geen uur in blijde sferen.
Geen hoop, geen vrolijk lied,
geen uitkomst te verwachten.
Maar elke dag verdriet,
en eindeloze nachten.

De zinloosheid ten top,
zou ons tot waanzin drijven.
En niemand heft die op,
met angst niet te beschrijven.
Verloren zouden wij,
ons in de dood verliezen.
Als God ons niet nabij,
zou zijn en voor ons kiezen.

Want Gods aanwezigheid,
moet uit de schepping blijken.
Die vanuit d’ eeuwigheid,
aan ons Zijn hand doet reiken.
Zijn waarheid Zijn bestaan,
wordt door wat is bewezen.
Gods liefde spreekt ons aan,
die zal ons hart genezen.