Er was een man, hij had een droom,
over een wereld, vol van vrede.
In een wereld, vol bedrog en haat,
die niet wilde luisteren naar zijn rede.
Er was een man, hij had een droom,
die eens de volkeren moest verbinden.
De man, hij koesterde zijn droom,
dat blank en zwart, elkaar zouden vinden.
"Je bent," zo sprak die man,
"noch zwart, noch bruin, noch blank.
Je bent een mens, een vrouw, een man,
een kind van God, heb daarvoor dank!"
Er was een man, die deze droom eens had.
De mensen hebben hem gehoord,
en wisten dat hij voor de toekomst bad.
Ze hebben, met hem, zijn droom vermoord!
Er was een Man, Hij werd geboren in een stal.
Hij bracht een boodschap, Hij bracht een Woord.
De profeten reeds, voorspelden het al,
de mensen hebben Hem niet gehoord!
Er was een Man, Hij werd geboren in een stal.
Voor Hem was rust noch huis.
Hoewel Zijn woord de vrede brengen zal,
werd Hij veroordeeld aan het kruis!!
Er was een Man, geboren in een stal.
Een broeder van Hem had een droom.
Hun sterven was, zo zij ‘t bij tal,
de vrucht van de levensboom.