God zal je in Zijn armen wiegen,
Hij heeft mijn kind jou thuisgehaald.
Je moest ons al zo vroeg verlaten,
dat heeft het lot, zo hard bepaald.
Nu ben je ’n engeltje in Gods sferen,
voor altijd zwevend in Gods licht.
Voor altijd bij de Heer verkeren,
en zingend voor Zijn aangezicht.


Jij bent nu boven, wij beneden,
’t loslaten kost ons moeit’ en pijn.
Maar ’t troost mij kind dat in het heden,
de Heer er voor ons ook zal zijn.
Ik weet God zal de tranen drogen,
de ergste pijn wordt eens gestild.
In liefde is de Heer bewogen,
die ons uit het zwartste duister tilt.


Hij laat Zijn licht over ons stralen,
Hij komt in onze diepste pijn.
Hij laat gesteund ons ademhalen,
wil met Zijn woord de Trooster zijn.
Naar ’t blijde weerzien doet verlangen,
ons hart wat naar die dag toegroeit.
Om met je in Gods licht gevangen,
te zien hoe groot je bent gegroeid.



Opgedragen aan de ouders van Jesse Dingemans

Justus A. van Tricht