Houdt uw lampen, levend brandend,
tot de Bruidegom verschijnt.
Doe de olie daar in schenken,
op dat ‘t licht daarin niet kwijnt.
Treedt de nacht in naar de morgen,
ga Hem blijde tegemoet.
Tot Zijn roepstem op zal klinken,
Hij u tot Zijn feest begroet.
Laat uw voeten, snel als hinden,
gaan met ‘t licht steeds voor u uit.
Tot de klank van ‘t feest’lijk ruisen,
tot u komt met haar geluid.
Open zullen gaan de deuren,
naar de feestzaal, naar de buit.
Daar zal alles gaan gebeuren,
kiest de Bruidegom Zijn Bruid.
Wacht niet langer, blijf niet toeven,
ga niet slapen, blijf niet staan.
Zie de eerste lichte stralen,
van de morgen breken aan.
Wie niet doorloopt en blijft liggen,
mist de deur die openstaat.
Wie na ‘t slapen heeft geen olie,
komt voor ‘t blijde feest te laat!
Justus A. van Tricht
22 mei 2006