die waait waarheen Gij wilt.
Die altijd nieuwe wegen vindt,
en harten blij doortrilt.
In taal en teken toont Gij ons,
het Goddelijke vuur.
Dat Gij op onze hoofden plaatst,
en in ons hart, zo puur.
Gij geeft de mensentong een stem,
die ons verbaasd laat staan.
Het blijde woord dat geeft Gij Hem,
wat ieder doet verstaan.
Gij heft de spraakverwarring op,
de klanken die elk hoort.
Zijn woorden in zijn eigen taal,
het land van zijn geboort'.
Gij plant in ons het liefdevuur,
dat opgloeit in ons hart,
En wilt voor onze levensduur,
de Trooster zijn in smart.
Gij schenkt Uw gaven zevenvoud,
een ieder die z' U vraagt.
En nimmer is een hart meer koud,
als het Uw vlammen draagt.
O Heilige Geest, Gij wervelwind,
daal zegenend op ons neer,
Met vuur dat mensen samenbindt
verbonden met de Heer.