- Details
- Geschreven door: Antonia
- Categorie: Algemeen Maatschappij-kritisch
- Hits: 997
jouw gedachten
de metersdiepe
oceaan fascinerend
toch
doch
jaren geleden
kregen een
aantal geldmaniakken
een zeer
slecht idee
zij roofden
zeldzaam mooie
wilde dieren
zwemmend springend
uit deze
gigantische wereldzee
totaal overrompeld
niet wetend
wat hun
verdere generatie
zou moeten
doorstaan
GAAN
voor stomme
kunstjes in
een veel
te klein
gebied
zeer droevig
huilen met
tuiten vind
je niet
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Gebedengedichten
- Hits: 735
nu Gij in Uw Rijk gekomen zijt,
wil mij Uw genade schenken
in het heden, en in eeuwigheid.
Heere, mag ook ik gaan horen
de woorden die U daar sprak en zei,
want dan ga ik niet verloren:
" ge zult voor eeuwig zijn bij Mij ".
Heere, zie mij met gratie aan;
U hebt Uw leven toen gegeven
opdat wij niet verloren gaan;
gedenk aan mij in ’t eeuwig leven.
U bent in het eeuwig heden,
in Uw Koningsstad Jerusalem;
laat mij, Heer, daar binnentreden:
om bij U te zijn, zo bidt mijn stem.
bij Lucas 23 : 42 en 43.
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Geloof, hoop en liefde
- Hits: 792
Er is een grens aan ‘t aardse leven
en dan begint de eeuwigheid;
ik bid U, Heere, wil mij geven
op U te bouwen in de tijd
en Uw genade te ontvangen
om straks die grens over te gaan,
door U te worden opgevangen
en dankbaar voor U mogen staan.
Ik breng niets mede naar die morgen,
ik heb niet steeds Uw wil gedaan;
als Christus mij niet wil gaan borgen
dan houdt dat in: verloren gaan
door eigen schuld, en om die reden
kan ik niet voor U komen staan
en schuldvrij verder gaan in ’t heden:
U vraagt immers een effen baan.
Ik wil mij aan U overgeven
Uw wil is goed, Uw doen is recht;
ik bid U, Heere, geef mij leven
ik hoop er op dat U mij zegt
dat U mij gratie wilt gaan geven
als U mijn levensboek dicht doet,
dat ik voortaan voor U mag leven
als ik U na die grens ontmoet.
Ik vraag U, Heer, wil voor mij zorgen
als ik aan de Jordaan kom staan,
ik bid U om een nieuwe morgen
als ik dat water door moet gaan;
mag ik zo Kanaän intreden
waarin U mij bent voorgegaan;
Heer, leid mij naar Uw eeuwig heden
waarin ik blij voor U mag staan.
bij Psalm 42 : 7 - 12; 43 : 2 – 5;
Prediker 12 : 5.
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Frontgedichten
- Hits: 921
en dan begint de eeuwigheid;
ik bid U, Heere, wil mij geven
op U te bouwen in de tijd
en Uw genade te ontvangen
om straks die grens over te gaan,
door U te worden opgevangen
en dankbaar voor U mogen staan.
Ik breng niets mede naar die morgen,
ik heb niet steeds Uw wil gedaan;
als Christus mij niet wil gaan borgen
dan houdt dat in: verloren gaan
door eigen schuld, en om die reden
kan ik niet voor U komen staan
en schuldvrij verder gaan in ’t heden:
U vraagt immers een effen baan.
Ik wil mij aan U overgeven
Uw wil is goed, Uw doen is recht;
ik bid U, Heere, geef mij leven
ik hoop er op dat U mij zegt
dat U mij gratie wilt gaan geven
als U mijn levensboek dicht doet,
dat ik voortaan voor U mag leven
als ik U na die grens ontmoet.
Ik vraag U, Heer, wil voor mij zorgen
als ik aan de Jordaan kom staan,
ik bid U om een nieuwe morgen
als ik dat water door moet gaan;
mag ik zo Kanaän intreden
waarin U mij bent voorgegaan;
Heer, leid mij naar Uw eeuwig heden
waarin ik blij voor U mag staan.
bij Psalm 42 : 7 - 12; 43 : 2 – 5;
Prediker 12 : 5.
- Details
- Geschreven door: Laneuze, Priscilla
- Categorie: Zomer
- Hits: 1710
gegrift in het geheugen, kozen woon,
als gouden indrukken soms ongewoon,
die in het hart haast nauwelijks vergeelden.
Het sprookje dat wij (zonder koets) graag speelden,
van Assepoester als prinsesje schoon,
de wichten kregen hun verdiende loon,
het recht dat zegeviert voor arm bedeelden.
De tekening in glittergoud, die toen
die zomer vorst'lijk aan de muur mocht hangen,
de Koning, rijk gekroond, een kampioen,
gezien door kinderogen onbevangen.
Hij die bewaarde, vrijwaarde 't seizoen,
doet mij vandaag naar zulk een tijd verlangen.
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Geloof, hoop en liefde
- Hits: 733
Ge zult als God zijn, staat in Genesis,
maar dat woord werd gesproken door de slang,
de oude slang in wie geen waarheid is;
tegenstander van God, zijn leven lang.
Hij was toen daar, op de berg der goden:
een van de twaalf aartsengelen was hij;
hij was daar met alle eer ontboden
maar toewijding aan God was hij voorbij.
Want er werd onrecht bij hem gevonden
die eerst een beschuttende cherub was,
vervuld met geweld kwam hij tot zonden,
de Schrift zegt: Ik maakte hem toen tot as.
Ik wierp hem op aarde, zo luidt het Woord;
hij wil daar de schepping gaan vernielen,
zijn stem heeft Adam en Eva bekoord
waardoor ook zij tot zonde vervielen.
Als God zijn, klinkt nog steeds in de oren:
zelf bepalen wat goed en wat slecht is;
maar wie naar die verleiding wil horen,
die eindigt het leven in duisternis.
Na dit leven wordt gericht gehouden
door Hem, de Eeuwige, Die was en is;
Hij geeft Zelf, aan wie op Hem vertrouwden,
Zijn regels volgden, de behoudenis.
Door U zelf wordt met hem afgerekend
wanneer U terugkomt met de wolken;
hij weet dat: zijn vonnis is getekend,
dat wordt straks gezien door alle volken.
De eeuwige duisternis wordt zijn deel
dat hij door rebellie tegemoet gaat;
van hem en zijn macht blijft waarlijk niets heel,
voor wie hem volgden, geldt dezelfde maat.
Als God zijn, die verleiding gaat terzij
voor wie naar Zijn regels willen leven;
Hij zegt: ze zijn ten eigendom aan Mij
en Ik geef aan hen het eeuwig leven.
Want gij zult bij Mij zijn in Eden’s Hof
met edelstenen en levensbomen,
door Mij herwonnen tot Mijn eer en lof
daar zult ge voor eeuwig bij Mij komen.
bij Genesis 3 : 1 – 5; Ezechiël 28 : 12 - 20;
II Petrus 2 : 9; Judas : 6; Maleachi 3 : 17;
Openbaring 22 : 1 en 2.
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Bijbeltekstgedichten
- Hits: 817
Al gij volken klapt in de handen,
juicht Gode toe met jubelgeluid;
Hij is Koning van alle landen,
Hij zal dat zijn, roept Zijn glorie uit.
Hij is Koning voor alle volken
en voor alle naties, wereldwijd;
wij zien de Psalm Zijn lof vertolken,
dat ligt vast voor tijd en eeuwigheid.
Hij Zelf heeft Israël verkoren,
om een zegen op aarde te zijn
voor alle volken, zij behoren
alle tot Zijn rijk en Zijn domein.
Hij is ten hemel opgevaren
en zal weerkomen in heerlijkheid,
Zijn glorie zal zich openbaren
in de tijd en voor de eeuwigheid.
Psalmzingt voor onze Koning, psalmzingt,
Hij is Koning der ganse aarde,
Hij wordt met lofliederen omringd;
Zijn heil: dat heeft eeuwigheidswaarde.
De naties gaan naar Jerusalem,
daar eren zij Hem als hun Koning;
als volk van God horen ze Zijn stem,
bij Hem, in Zijn heilige woning.
Godes zijn de schilden der aarde;
Hij, de Heere, is hoog verheven;
Hij, Die het koningschap aanvaardde:
is onze Heer, van God gegeven.
bij Psalm 47.
- Details
- Geschreven door: Hoedt-Bokkers, Thea den
- Categorie: Troost & Bemoediging
- Hits: 1071
U bent altijd om mij heen
Welke weg of pad ik insla
U bent daar, laat nooit alleen
U omringt mij als ik doodloop
Ook als ik U niet ervaar
In mijn moeite, strijden, wanhoop
In het donker, U bent daar
In mijn vreugde, met mijn vragen
U bent altijd aan mijn zij
Elk moment, op alle dagen
fluistert U: Ik ben erbij
Dank U Vader dat U klaarstaat
U bent hier in elk moment
U die altijd met mij meegaat
Dank dat U er altijd bent
- Details
- Geschreven door: Walraven, Angela - overleden 17-10-2024
- Categorie: Ziekte
- Hits: 951
“Weg met zegeningen!” zei de atheïst.
“Zie jij niet hoe jij je steeds weer vergist?
Je wijst me op de mooie, lieve, goede dingen
en zegt dat ik blije liederen zou moeten zingen.
Ben je blind voor mijn verliezen, vele, ondanks ploeteren,
ben je doof voor mijn klachten en mag ik dan niet foeteren?
Staat jouw God dan altijd paraat? Je zit zélf volop in de knel;
denk maar niet dat je er niks over zei, maar nu ik erover vertel
kom je met mooie praatjes waar ik helemaal niks voor koop.
Ik gelóóf niet in God, niet in vrede, want overal is oorlog,
niet in een gelukkig leven: ik ga failliet, zonder hoop.”
Het was niet handig, niet verstandig, hier tegenin te gaan,
het kwam nu op belangstelling, meeleven, luisteren aan,
het hart luchten: “Ik voel me gevangen, leeg, uitgeblust,
moedeloos, wou dat ik kon vluchten, heb geen rust.”
Hij keek wat verbaasd toen hij was uitgeraasd.
“Geloof je nog in liefde?” fluisterde ik met van ziekte zachte stem,
“Dat je, omdat ik van je houd, bij mij mag razen en tieren over Hem
die je niet in je leven werkzaam ziet, zegt dat niet te willen, mag gillen?
Jij gelooft ondanks alles in liefde, anders zat je niet hier aan mijn ziekbed.
Wie heeft je hier neergezet? De stille stem in je hart,
die je zei om mij een stukje van je tijd te schenken:
je kon vast wel veel leukere dingen bedenken,
je bent bovendien vol eigen moeite en smart.
Je mooie bloemen, je zette ze ook nog in een vaas,
dat zijn voor mij weer zó vele kleine zegeningen.
Daarvoor bedank ik Hem in Wie jij niet gelooft,
je weet, voor jou zeg ik: "mijn Grote Baas.”
We hebben lang gezwegen; met een kus op mijn koortsig voorhoofd
ben je weggegaan, terwijl ik God in stilte dankte; je hebt beloofd:
“Ik kom nog wel een keertje aan.” Ondertussen vroeg ik God
voor dat schaap van Hem om kracht in de beproevingen:
Hij bood mij te vertellen over kansen en zegeningen.
Mat. 25:35-40; Joh. 10:16
(Niet autobiografisch, “weg” als pad te lezen, ook als “foetsie” en "wegdoen".)
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Frontgedichten
- Hits: 857
maar dat woord werd gesproken door de slang,
de oude slang in wie geen waarheid is;
tegenstander van God, zijn leven lang.
Hij was toen daar, op de berg der goden:
een van de twaalf aartsengelen was hij;
hij was daar met alle eer ontboden
maar toewijding aan God was hij voorbij.
Want er werd onrecht bij hem gevonden
die eerst een beschuttende cherub was,
vervuld met geweld kwam hij tot zonden,
de Schrift zegt: Ik maakte hem toen tot as.
Ik wierp hem op aarde, zo luidt het Woord;
hij wil daar de schepping gaan vernielen,
zijn stem heeft Adam en Eva bekoord
waardoor ook zij tot zonde vervielen.
Als God zijn, klinkt nog steeds in de oren:
zelf bepalen wat goed en wat slecht is;
maar wie naar die verleiding wil horen,
die eindigt het leven in duisternis.
Na dit leven wordt gericht gehouden
door Hem, de Eeuwige, Die was en is;
Hij geeft Zelf, aan wie op Hem vertrouwden,
Zijn regels volgden, de behoudenis.
Door U zelf wordt met hem afgerekend
wanneer U terugkomt met de wolken;
hij weet dat: zijn vonnis is getekend,
dat wordt straks gezien door alle volken.
De eeuwige duisternis wordt zijn deel
dat hij door rebellie tegemoet gaat;
van hem en zijn macht blijft waarlijk niets heel,
voor wie hem volgden, geldt dezelfde maat.
Als God zijn, die verleiding gaat terzij
voor wie naar Zijn regels willen leven;
Hij zegt: ze zijn ten eigendom aan Mij
en Ik geef aan hen het eeuwig leven.
Want gij zult bij Mij zijn in Eden’s Hof
met edelstenen en levensbomen,
door Mij herwonnen tot Mijn eer en lof
daar zult ge voor eeuwig bij Mij komen.
bij Genesis 3 : 1 – 5; Ezechiël 28 : 12 - 20;
II Petrus 2 : 9; Judas : 6; Maleachi 3 : 17;
Openbaring 22 : 1 en 2.
- Details
- Geschreven door: Cobie Verheij-de Peuter
- Categorie: Vrucht dragen
- Hits: 866
haar schoonheid kent geen taal
haar woorden worden als gedicht
gewogen op een schaal.
De schittering op haar profiel
heeft zich aan hoop gehecht
haar wijsheid stijgt vanuit haar ziel
zij veinst niet, is oprecht.
Haar liefde toont zij om zich heen
met een gebaar of lach
telt zegeningen één voor één
is blij met elke dag.
Zij plukt de vruchten van haar werk
wie goed doet goed ontmoet
geloof en trouw maken haar sterk
dìe schoonheid geeft haar gloed!
- Details
- Geschreven door: Boer-Kosmeier, Anita den
- Categorie: Natuur en Schepping
- Hits: 816
de duiven koeren
de merels zingen
koekoeken loeren.
De meeuwen krijsen
uilen zij roepen
musjes die tjilpen
kauwtjes in groepen.
Duizenden soorten
met elk hun gedrag
ieder zijn verenkleed
ze leven bij dag of nacht.
Welk een details zijn er
't was God die schiep
zoveel verscheidenheid
die Hij tot leven riep.
Prijs onze Schepper
Zijn heerlijke naam
Hij gaf de natuur
aan ons allen tesaam.
- Details
- Geschreven door: Walraven, Angela - overleden 17-10-2024
- Categorie: Genade
- Hits: 946
vertroost en richt mij, meer en meer.
Eerst Jezus’ verhaal, dan Uw Wet,
vervolgens Uw liefde uiteengezet,
geduldig het Woord onderwezen.
Iedere schil die U onthult
met nog meer liefde gevuld.
Uw belofte in woord en teken
van buiten geleerd, eerst gelezen,
erna vanuit mijn binnenste bekeken.
Hoe meer ik in mijn vragen stil word,
hoe meer antwoord me omgordt.
Hoe meer ik luister en versta,
hoe meer ik tot U, Abba, ga.
Hoe meer Uw woord
groeit, wórdt in mij,
hoe meer ik leef,
mij aan U geef:
ik word vrij …
tot op het lest
U alleen,
Liefde,
rest.
2007
- Details
- Geschreven door: Walraven, Angela - overleden 17-10-2024
- Categorie: Genade
- Hits: 864
Ik hoor Gods stem,
Hij roept mijn naam:
ik ren in haast tot Hem
en Hij, Hij neemt mij aan.
Ik ben als een kind,
word zó bemind!
Hij omarmt,
Hij verwarmt,
Hij voedt, laaft,
zegent, onthaast,
verbindt wonden, sust,
streelt, heelt me en kust,
brengt me tot vredige rust.
Er is geen pijn,
er is geen smart
aan Zijn Vaderhart.
2007
- Details
- Geschreven door: Messie, Han
- Categorie: Geloof, hoop en liefde
- Hits: 905
opgewekt voort gaan, schenkt geborgenheid
bij het zwevende gevoel voor altijd
te mogen leven in een gezegend land.
Door de allerhoogste bescherming omrand
klinkt evenwel een uitdagende strijd:
"Mensenkind, weest u voortdurend bereid
tot het herkennen van 's Heren vijand."
Een leuke weldoener of engel vol licht:
gedaanten van Satan, die zich voordoet
als vriend met beloftevol vooruitzicht.
Gelovend oog en hart tonen samen moed,
vorsen valse schoonheid, tot zij voor hen zwicht:
krijgszucht en sterke liefde zijn één gemoed.
- Details
- Geschreven door: Messie, Han
- Categorie: Frontgedichten
- Hits: 1006
opgewekt voort gaan, schenkt geborgenheid
bij het zwevende gevoel voor altijd
te mogen leven in een gezegend land.
Door de allerhoogste bescherming omrand
klinkt evenwel een uitdagende strijd:
"Mensenkind, weest u voortdurend bereid
tot het herkennen van 's Heren vijand."
Een leuke weldoener of engel vol licht:
gedaanten van Satan, die zich voordoet
als vriend met beloftevol vooruitzicht.
Gelovend oog en hart tonen samen moed,
vorsen valse schoonheid, tot zij voor hen zwicht:
krijgszucht en sterke liefde zijn één gemoed.
- Details
- Geschreven door: Vlieland, Miranda
- Categorie: Troost & Bemoediging
- Hits: 915
Van waar ik jaren in heb gezeten
Vrij van angst en benauwenis
En van alles wat mij is verweten
God liet het mij inzien
Dat satan mij had gevangen
Ik ben nu vrij en mag mijn vleugels uit gaan slaan
God gaat alles in mijn leven vervangen
De liefde en barmhartigheid van God
Kunnen door mij heen gaan stromen
Er kunnen nieuwe contacten ontstaan
En bij oude kan herstel gaan komen
God, Hij is oneindig goed
Ik dank Hem dat Hij mij heeft vastgehouden
Mij onder Zijn vleugels beschermd heeft
Hij heeft altijd van mij gehouden
Zijn liefde is oneindig groot
Hij gaat mijn leven verder sturen
Hij is mijn Leidsman en zal dat altijd zijn
Het zal voor eeuwig duren
- Details
- Geschreven door: Vlieland, Miranda
- Categorie: Troost & Bemoediging
- Hits: 1081
Kracht ging ik bij de Heere halen
In alles in mijn leven
Is Hij bij mij gebleven
Hij is met mij een weg gegaan
Haalde mij uit mijn ellendig bestaan
Hij heeft mij op een voetstuk gezet
Ook dankzij geroep van het gebed
Nu mag ik met Hem verder gaan
En ik weet ik kan van Hem op aan
In alles is de Heere nabij
Leven met Hem zij aan zij
- Details
- Geschreven door: Hengstman-van Olst, Els
- Categorie: Gebedengedichten
- Hits: 1070
en wat U zegt tot mij,
leer mij dan te luisteren
maak mijn gedachten vrij.
Leer mij om stil te zijn
want U wilt zo graag spreken,
Uw woord is puur verfrissend
als heldere waterbeken.
En laat mij weten hoe Uw Geest
dagelijks tot mij praat,
Hij als wonderbare Helper
geeft mij altijd raad.
Toon mij hoe ik in moeiten
en met mijn vele vragen
Uw Vaderstem kan horen
en hoe U mij wilt dragen.
U onderwijst mij stap voor stap
en neemt mij bij de hand,
leidt mij op mijn levenspad
tot in Uw Vaderland!
- Details
- Geschreven door: Honkoop, Corrie
- Categorie: Lof en Aanbidding
- Hits: 1063
dat de zee naar Hem luistert,
de golven gaan liggen,
de wind nog slechts fluistert?
Wie is toch Deze,
die kreupelen doet springen,
doven laat horen,
stommen doet zingen?
Wie is toch Deze,
die doden opricht,
zieken genezing geeft
en blinden het licht?
Wie is toch Deze,
die een verlamde laat lopen,
een moordenaar liefheeft,
een hoofdman doet hopen?
Wie is toch Deze…?
Het antwoord op dit
verwond'rend refrein,
heeft de engel voorspeld:
“Deze zal groot zijn.”
Lukas 1:32; 8:25b | Mattheüs 8:27b
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Bijbeltekstgedichten
- Hits: 991
Hij is onze hulp in benauwdheid,
Hij is het Die ons hart bewerkte
in de tijd en voor de eeuwigheid,
en daarom zullen wij niet vrezen:
ook al verplaatste zich de aarde
zouden bergen er niet meer wezen
als het hart der zee die vergaarde.
De beekjes der rivier verblijden
Jerusalem, God’s eigen Stede,
hoofdstad en hofstad, in alle tijden
de Stad van Zijn hemelse vrede,
de heiligste van de woningen
van de Allerhoogste, God is daar,
Hij is de Koning der Koningen,
Hij Zelf maakt al Zijn beloften waar.
Reeds bij het komen van de morgen
zal Hij haar helpen, ze wankelt niet,
de Heere Zelf wil voor ons zorgen
psalm zes en veertig zingt ons dit lied:
Hij is de Heere der heerscharen
een burcht is ons de God van Jakob,
dat geldt in alle levensjaren;
ons neemt Hij in Zijn heerlijkheid op.
bij Psalm 46
- Details
- Geschreven door: Walraven, Angela - overleden 17-10-2024
- Categorie: Algemeen Natuur
- Hits: 605
Ook over juni wil ik zingen,
al ontbreekt me ritme en harmonie,
maar beluister de bloemensymfonie;
déze compositie is in wit, paars en geel.
Witte, lila, paarse seringen,
overal berichtjes van madeliefjes,
als kleine snippers van liefdesbriefjes.
Het lievevrouwebedstro in haar tere wit
heeft de sneeuwbalstruik aan zijn grote voet.
Bodembedekker maagdenpalm behoedt
tegen al te felle zon met paarsachtig blauw,
mooi passend bij nog enkele blauwe druifjes,
alsmede bij de kleur van de korenbloemen,
deze spetteren met: “Ik houd van jou.”
Bougainville zag ik, in zacht lila,
paarse, rechtopstaande lissen:
ik kon me niet vergissen.
Tussen de tulpen met bolle kop,
vallen de gele wel het meeste op,
alsook het geel van de gouden regen,
als een regen waar men wél van houdt.
De vrolijk gele boter- en paardenbloemen
als ongewenst onkruid benoemen is goed fout.
Juni, met kortste nacht, langste dag
Juni, met kortste nacht, langste dag
geeft mij de wens aan ieder mens
dat men deze volop beleven mag,
tegenwicht voor decemberdagen
waarin, rond de eenentwintigste,
over donkere dagen rond kerst,
mensen praten én zelfs klagen.
Verdrietig zijn mag bestaan,
zolang we niet aan bezingen
van al dat mooie, lieve, warme,
in juni zo volop geboden,
achteloos voorbij gaan:
juni is zó van node!
De zomermaand is gewis
wel bezongen om den brode
door dichters en door musici,
door velen zonder winstoogmerk,
maar altijd toch wel ter attentie
op groot seizoensgeschenk,
dat ik elk jaar weer zie.
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Troost & Bemoediging
- Hits: 664
Als wij hier door het aardse leven gaan,
dan gaat ons pad niet altijd over rozen;
soms komen er donkere dagen aan,
met tegenslagen die wij niet verkozen.
Zo ligt het reeds voor de aardse dingen,
vaak is het ook zo voor andere zaken:
God’s tegenstander wil ons omringen
met zonden en schulden, om ons te wraken.
Hij klaagt ons aan bij God, bij dag en nacht;
toch zal ik blijven uitzien naar de Heere,
Hij is de God mijns heils, op Wie ik wacht,
Hij zal mij verhoren, te Zijner ere.
Zit ik in het duister, Hij is mijn licht,
al ben ik gevallen, ik zal weer opstaan;
ik draag Zijn gramschap, mijn oog is gericht
op het recht dat Hij geeft, waar Hij voor zal gaan.
Hij verlost Sion in gerechtigheid,
Hij zal u en mij uitleiden in dat licht,
en doen zien Zijn recht en gerechtigheid;
dat is ons erfdeel, bij ‘t staan in Zijn gericht.
Wie is een God als Gij, Heer der machten,
Die de ongerechtigheid wil vergeven,
Die niet voorbijgaat aan wie Hem wachten,
maar Hij Zelf geeft aan hen het eeuwig leven.
Uw toornigheid, Heer, is niet voor altoos,
Gij hebt behagen in goedertierenheid,
Uw liefde en ontferming is peilloos,
dat geldt voor de tijd en voor de eeuwigheid,
Gij zult U weer over ons ontfermen,
onze ongerechtigheden vertreden,
ons voor Uw tegenstander beschermen,
en onze zonden wegdoen in het heden.
Ze werpen in de diepten van de zee;
daar zijn ze weg, en worden ze vergeten,
U schrapt ze uit Uw boek, ze zijn passé
ze worden niet meer aan ons uitgemeten.
Wie is een God als Gij, Heer der machten,
Die al onze ongerechtigheid vergeeft;
wij hebben U lief, met alle krachten:
Gij, Heer, Die aan ons het eeuwig leven geeft.
bij Micha 7 : 7 - 9, en 18 - 20;
Openbaring 12 : 10; Jesaja 54 : 17.
- Details
- Geschreven door: Laneuze, Priscilla
- Categorie: Algemeen Maatschappij-kritisch
- Hits: 880
behoefde 't kwaad een kwaal, maar meer nog angst
voor dood, waarvoor de mensheid blijft het bangst,
dus werd een 'killervirus' slinks bedacht.
Het heeft vooreerst veel schrik teweeggebracht,
maar aan het tanen is de massa-angst,
de mens ontwaakt, want eerlijk duurt het langst,
de 'killerkracht' wordt meer en meer ontkracht.
Daar d' opkomst voor de schrikprik stelt teleur,
probeert men het programma door te voeren
met propaganda, pressie en terreur.
Wie door de valstrik prikt, zich wil 'verroeren',
wordt vals gestrikt, een prikpas is de deur
om virusvrij (?) en blij te mogen toeren.
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Geloof, hoop en liefde
- Hits: 924
Mijn hart is echt onrustig in mij:
als ik let op mijn levensjaren,
dan lijkt het eind daarvan meer nabij,
dan komt mijn hart niet tot bedaren.
Dan moet ik alles achterlaten
dat ik ken, dat vertrouwd is aan mij:
mijn lieve kinders, mijn nazaten;
dan is mijn gedachtenis voorbij.
Zo ligt het voor de aardse dingen,
die gaan voorbij, het wordt eeuwigheid:
de Schrift spreekt daar van rechtsgedingen
over mijn doen in de aardse tijd.
Niet zichzelf zoeken, gold niet voor mij,
ik wilde mijn eigen wegen gaan;
God’s regels, die waren er niet bij,
die zouden aan mij in de weg staan.
Ik kon dat niet, en wilde dat niet,
verkocht als ik was onder zonde:
vijandschap tegen Hem Die dat ziet,
ik draag het mee als open wonde .
Ik ben aan het eind, ik zie dat in,
het goedmaken, dat gaat nu niet meer,
leven voor mijzelf, was zonder zin:
het staat haaks op God’s recht en Zijn eer.
Moet ik zo Zijn oordeel tegemoet?
ik weet mij schuldig, en verloren,
leven buiten Hem, en dat voorgoed:
het is recht als ik dat zou horen.
Daar is Hij, Die alles weet en ziet;
ik durf amper omhoog te kijken,
aanspraak op Zijn gratie heb ik niet;
wil Hij aan mij Zijn scepter reiken?
Ik stamel naar Hem toe mijn bede:
Uw eer en recht heb ik geschonden,
toch hunkert mijn hart naar Uw vrede
en naar vergeving voor mijn zonden.
Heer, gedenk mij in Uw paradijs
waar Gij als Koning zijt gekomen,
want zo eindigde Uw aardse reis:
in Eden’s Hof, met levensbomen.
Voor vijanden ben Ik gestorven,
voor hun behoud gaf Ik Mijn leven;
verlossing heb Ik daar verworven,
en Ik kan hen Mijn gratie geven.
Uw levensjaren, die zijn voorbij,
Ik kan en zal u gratie geven:
de tijd die u rest, leef die voor Mij
Ik geef aan u het eeuwig leven.
bij Romeinen 5 : 7 en 8; 7 : 14; 8 : 7;
Lucas 23 : 42 en 43; Mattheüs 28 : 18;
Openbaring 22 : 1 en 2.