Wat ben je mooi 
Jij, dartelende vlinder.
Je maakt me blij,
want jij,
laat zien, hoe straks,
in ’t koninkrijk 
van God,
ik dartelen zal
van vreugde.
Nu ben ik nog
een pop, die 
tergend langzaam,
zich ontworstelt
uit haar 
cocon.
Maar straks,
dans ik, zoals jij,
in de 
regenboog
van 
Gods heelal.
Dan ben ik
volkomen vrij!

Dit gedicht, heb ik geschreven voor een heel bijzondere vrouw, die gevangen zit in een rolstoel en totaal afhankelijk van de zorg en de goedheid van anderen. 
Stel het je voor: 
niet zelf uit je bed kunnen komen, je ontbijt klaarmaken, een kopje koffie zetten, onder de douche gaan, lekker even naar buiten om te wandelen, anderen moeten met alles helpen.

Ik heb geprobeerd me te verplaatsen in haar. Ik zit buiten en geniet van een prachtige dartelende vlinder, die van bloem naar bloem danst. Naast bewondering, is er ook een sterk verlangen om zoals die vlinder te mogen dartelen, maar helaas, dat is nog niet voor mij weggelegd. Maar ik word wel heel blij van de vlinder. 


“Wat ben je mooi 
Jij, dartelende vlinder”

Ik word er vrolijk van om die prachtige vlinder zo rond te zien dartelen van bloem naar bloem.


want jij,
laat zien, hoe straks,
in ’t koninkrijk 
van God,
ik dartelen zal
van vreugde.

Die vlinder zo observerend, komt er bij mij een verlangen, om net als die vlinder ook te mogen dartelen. En ik weet dat dit weggelegd is voor mij, al zal ik er op moeten wachten.

Nu ben ik nog
een pop, die 
tergend langzaam,
zich ontworstelt
uit haar 
cocon.

Op dit moment zit ik nog gevangen in deze rolstoel en voel ik me gebonden. Zoals de vlinder eerst een pop is en zich moet ontpoppen, zo voelt ook mijn cocon, de rolstoel. Eens zal ik daar uit komen, maar het is een moeizaam, zwaar en langzaam proces. Er zijn zoveel hobbels en teleurstellingen, verdriet. Soms kan ik er bijna niet meer tegen en overvalt de moedeloosheid me. Wanneer zal voor mij de bevrijding komen?

Maar straks,
dans ik, zoals jij,
in de 
regenboog
van 
Gods Heelal.
Dan ben ik
volkomen vrij!

Maar ik weet dat die eraan komt, straks…. als ik bij God mag zijn, dan zal ik dansen zoals ik hier op aarde nog nooit heb kunnen dansen.
Zoals jij nu danst mooie vlinder, van bloem naar bloem, zo zal ik dansen op de regenboog van Gods heelal. Deze bloemen zijn prachtig en wij genieten er samen van, maar zoals het straks zal zijn is niet te overtreffen Een heelal vol van de mooiste kleuren.

Dan zal ik vrij zijn.. Geen handicap, geen rolstoel, mijn benen zullen dan dansen van blijdschap, want God heeft me volkomen vrijgemaakt!