De liefdeband wordt door de dood,
niet echt voorgoed verbroken.
Al blijft ‘t verlangen stil en groot,
nu van ‘t kontakt verstoken.
Naar d’ ander die is heengegaan,
waarmee men jaren deelde.
Het lief en leed in het bestaan,
ziend foto’s die vergeelden.

Herinneringen, bitterzoet,
blijft het hart stil bewaren.
God zal vergoten tranenvloed,
in liefde steeds vergaren.
Toch wil Hij onze Trooster zijn,
en met ons steeds bewogen.
Ja Hij wil stillen onze pijn,
en onze tranen drogen.

Hij strekt naar ons Zijn handen uit,
om in ‘t verdriet te delen.
En van Zijn lippen klinkt ‘t geluid,
de woorden om te helen.
Hij gaat met ons het leven door,
tot dat wij sterven moeten.
En wij aan ‘t eind van ‘s levensspoor,
Hem in Zijn huis begroeten.

Eens zal er weer het weerzien zijn,
met hen die wij beminden.
En zullen in het Rijk dat komt,
elkaar weer blij hervinden.
Dat immers is ons toch beloofd,
door God die woord zal houden.
Aan ieder die vertrouwend gelooft,
en op Zijn woord steeds bouwden.

 

Nieuw ingezonden gedichten