Gij spoort ons aan, Gij zend ons heen,
de wereld in, maar niet alleen.
Uw Geest de Trooster zal ons leiden,
met kracht en tekenen van verblijden.
De blijde boodschap moet gebracht,
verteld de wonderen door Uw macht.
In elke hoek op straat en plein,
zullen wij Uw getuigen zijn.

Uw liefdewoord, staat bovenaan,
dat moet gesproken en gedaan.
Uw woord van heil en van bevrijden,
wil wie het horen gaan verblijden.
Het moet weerklinken overal,
wij zijn Uw dienstknecht, Uw vazal.
In woord en daad steeds gevend blijk.
gezanten van Gods Koninkrijk.

Gij hebt op ons de taak gelegd,
getoond en tot ons uitgezegd
de wereld op het licht te wijzen,
dat God in U blij liet verrijzen.
Elk hart dat zich voor U ontsluit,
daarin stort Gij Uw vrede uit.
En branden zal daar in het licht,
met liefde op Uw komst gericht.

Want Gij wilt dat de wereld weet,
dat God zijn kind’ren niet vergeet.
Gij wilt hen allen plaats bereiden,
hen naar Gods Koninkrijk gaan leiden.
Het eeuwig leven biedt God aan.
geluk in eeuwig voortbestaan.
Want  wie voor U gekozen heeft,
weet zeker dat hij eeuwig leeft.

Eens zult Gij oogsten van het land,
wat is gezaaid door onze hand.
De goede vruchten eenmaal plukken,
want Heer de oogst mag niet mislukken.
Dan zult Gij brengen tot het feest,
al wie Uw woord zijn trouw geweest.
Vloeien zal daar de beste wijn,
in het eeuwig met U samen zijn.

 

Nieuw ingezonden gedichten