Zingt vol vreugd met hartsverblijden,
zingt een loflied voor de Heer.
Hij wiens liefde ons wil leiden,
zendt Zijn lichtstraal tot ons neer.
Uit de hemel laat Hij stromen,
in ons hart Zijn vredegloed.
Vrede die de stoutste dromen,
van ons overstijgen doet.

Niet meer door de nacht bevangen,
maar in ‘t goddelijk licht geplaatst.
Zien wij uit met groot verlangen,
naar Zijn toekomst die zich haast.
Naar de dag waarop zal komen,
’t hemels koninkrijk met macht.
Als vervuld wordt onze dromen,
zijnd tot werkelijkheid gebracht.

Vrede zal de aard’ bedekken,
liefde en gerechtigheid.
Samen zullen zij optrekken,
hand in hand in eeuwigheid.
In het Licht van Christus zullen,
w’ altijd in Zijn vrede gaan.
Die ons in het kleed zal hullen,
smet’loos wit ons aangedaan.

Reizend naar die blijde morgen,
zingend trekkend door de nacht.
Zijn wij eens voorgoed geborgen,
worden eenmaal thuisgebracht.
In het Vaderhuis geopend,
wacht een feestmaal ons bereid.
Blijde zullen wij doorlopend,
zijn in Gods aanwezigheid.

Nieuw ingezonden gedichten