’t Symbool van ’t kruis dat oprijst voor mijn ogen
op torens en op muren staande langs de wegen.
Maakt steeds bij ’t zien mijn hart opnieuw bewogen
daarin kom ‘k steeds opnieuw mijn eigen kruis weer tegen.
Dan gaan gedachten weer langs eigen leed en pijn.
Wordt voelbaar weer de lasten die zwaar wegen.
Wordt tastbaar weer de moeiten en de zorgen die er zijn.
Dan voel ik tranen heftig in mijn ogen branden
als pijn, verdriet weer in een stroom naar boven wellen.
En ik met saam geknepen vingers van mijn handen
mijn machteloosheid om de dingen wil vertellen.
Dan schreeuwt mijn hart het uit in wanhoop tot de Heer
om zoveel wat mijn hart en ziel blijft kwellen.
Dan leg ik al mijn noden voor Gods heil’ge voeten neer.