Er is een stem die reddend klinkt,
er schijnt een helder licht dat blinkt.
Er is een toegestoken hand,
bevrijdend, van de overkant.
Een woord klinkt in het duister op,
en gaat met ’t licht, wijzend voorop.
En wie die stem volgt en het licht,
en naar het woord zijn voetstap richt.
Die wordt uit ‘t diensthuis uitgeleid,
van angst en slavernij bevrijd.

Want uit de hemel komt de stem,
die spreekt het woord dat komt van Hem.
De God die voorgaat en die leidt,
die trouwe houdt in eeuwigheid.
Die nooit laat varen wat Zijn hand,
begon, Hij houdt Zijn woord gestand.
Hij trekt met ons door de woestijn,
naar ’t land van licht en zonneschijn.
Waar melk en honing, overvloed,
door Hem geschonken, wordt ontmoet.

Wie trekt uit ’t diensthuis, gaat op reis,
ontvangt van Hem het loon, de prijs.
Al gaat de weg door zee en zand,
naar het door God beloofde land.
Als hij na Gods ontvangen wet,
zijn voet op d’ heilsweg heeft gezet.
God voedt en laaft hem op die tocht,
langs ’t pad dat door Hem uitgezocht.
Hem in laat gaan waar God hem brengt,
in ’t land dat God de Heer hem schenkt.
     
 
 
 

Nieuw ingezonden gedichten