Laat ons met zang de Heer gewijd,
loven Zijn goedertierenheid,
die Hij ons blijft betonen.
Zing Hem de lof met hart en stem,
jubelt en juicht verheerlijk Hem,
in ’t huis waar God zal wonen.
Die in ons midden steeds wil zijn,
en met ons gaat door de woestijn,
ons voortgaat naar de oorden.
Hij die ons leven laaft en voedt,
ons spijzigt met Zijn overvloed,
en zegent met Zijn woorden.
De weg naar het beloofde land,
gaan wij geleid aan ’s Heren hand,
het land van Gods bevrijden.
Dat land wat in de verte ligt,
daarheen zijn oog en hart gericht,
waarheen God ons zal leiden.
Dat land van onze toekomst wacht,
en daar door Hem naar toe gebracht,
om in dat land te wonen.
Ja in dat land krijgt elk zijn huis,
daarin zijn wij voor altijd thuis,
Gods dochteren en zonen.