Een schreeuw uit de diepten, een kreet in de nacht,
een hartskreet die vraagt om verhoren.
Met tranen en woorden geuit en gebracht,
verwachtend dat God mij zal horen.
Waar zijt Gij, verborgen mijn Heer en mijn God,
hoort U dan mijn smeken niet klinken?
Bent U wel begaan met mijn leven mijn lot,
of laat U m’ in doodsangst verzinken!

’t Is donker, ’t is nacht en geen ster die er blinkt,
geen sprank’ling van licht laat zich vinden.
Totdat op mijn schreeuw in het duister opklinkt,
een stem mij nabij zal  bevinden.
Ik luister, mijn oren en hart zijn gespitst,
mijn oog mag een lichtpunt ontwaren.
De stem die ik hoor is van God, zeer beslist,
die mij aan zich wil openbaren.

Eerst langtijds verborgen maar nu opgemerkt,
laat God van zich merken  zich vinden.
Zijn stem die ik hoor wordt inwendig versterkt
en ik ga niet meer voort, als een blinde.
God bracht in mijn duister mij liefd’vol Zijn licht,
Zijn lamp voor mijn voet laat Hij schijnen.
Ik heb nu mijn oog op Gods fakkel gericht,
waarvan ’t licht nimmermeer zal verdwijnen.

Ik wandel in ’t licht en ik ga met de Heer,
Zijn arm voel ik zacht om mijn schouder.
Hij troost en bemoedigt mij zachtjes steeds weer
en mijn hart wordt verwarmd en niet kouder.
Want d’ angstschreeuw verstilde, de angst uitgeband,
God zelf schiep weer ruimte om te leven.
Ik loop langs het pad als een kind aan Zijn hand,
door gena, liefde en trouw steeds omgeven.

Wat geen mens mij ontsteelt is mijn band met de Heer,
wetend dat niets van Zijn liefd’ mij kan scheiden.
En die liefd’ mij vertrouwelijk steeds dagelijks weer,
op de weg die God wijst mij wil leiden.
Want Gods hand houdt mij vast, wat ook om mij geschiedt,
en mijn hart zal niet bang zijn of vrezen.
Als mijn oog maar gericht steeds op God, op Hem ziet,
dan laat God zich steeds mijn helper wezen.

Want in liefde en in trouw en in geloof en gebed,
zal ik d’ opdracht van God gaan volbrengen.
In mijn handel en wandel op ’t woord steeds gelet,
wat mij kalmt’ rust en vrede zal  brengen.
In mijn dagelijkse strijd om een menselijk bestaan,
moet strijd en veel moeiten geleverd.
Maar Gij zegt mij; Laat hier je lasten maar staan
en je moeiten aan Mij uitgeleverd.
 

Nieuw ingezonden gedichten