Wij die naar Christus heten,
getekend door de doop.
Wij mogen allen weten,
er is voor ons weer hoop.
Het water liet ons wassen,
van onze zonde en schuld,
die op Zijn schouders passen,
aan ’t kruis voor ons vervuld.

Wij zijn met Hem verbonden,
met Vader, Zoon en Geest,
gereinigd van de zonden,
of die nooit zijn geweest.
Wat zou ons anders resten,
als Christus ons niet redt.
Uit d’ hemelse gewesten,
door Gods plan uitgezet.

Gods heilsplan en genade,
Zijn liefde en Zijn trouw.
Waarmee wij overladen, 
spreekt mens Ík houd van jou.
Die liefde laat ons tonen
door ’t water zegenrijk
ons maakt tot dochters, zonen
van ’t komend Koninkrijk.

Wij die naar Christus heten,
God schrijft ons in Zijn hand.
Opdat wij nooit vergeten,
ooit erfgenaam van ’t land.
Het Godsrijk dat zal komen,
vol vrede en vol licht.
Waar aan Gods waterstromen,
Gods tuin geopend ligt.
     
 
 

Nieuw ingezonden gedichten