Ik wil de liefde als ’t hoogste kronen
die boven geloof en hoop uitstijgt.
Want liefde laat ons steeds belonen
dat men de roos van liefde krijgt.
Die welig kleurig sterk kan geuren
in rood in wit en in het geel.
De rode staan het mooist te fleuren
zijn koningin van het geheel.

Maar ook de witte en de gele
hebben in d’ hiërarchie hun taak.
Die zij te saam hebben te delen
er ligt nog veel land voor hen braak.
Hun taak is net als van de rode
dat liefde alom wordt verbreid.
Zij zijn daarvan dus ook de bode
van liefd’betoon in onze tijd.

Zo wil God elke roos gebruiken
die Hij op aard geschapen heeft.
Dat die met zoete geur zal ruiken
zolang zij geurend verder leeft.
Die zoete geur wil God bewaren
zal merkbaar zijn in eeuwigheid.
Waar wij elkander blij verklaren
voor altijd door de liefd' geleid.

Want daar bereikt de liefd’ het hoogste
aan kwaliteit en kwantiteit.
Om daar voor eeuwig liefd’ te oogsten
vanuit de bron van God verspreid.
Die liefde zal bestendig wezen
overwint eenmaal ’t aards tekort.
Daar heeft geen mens meer kwaad te vrezen
eeuwig in liefd’ gedompeld wordt.

Nieuw ingezonden gedichten