Mijn opa, zoals ik hem vaker zag,
thuiskomend na gedane arbeid
’n Sigaar aan ‘t einde van de dag,
eventjes voor zichzelf echt de tijd
 
Bewust genietend van ieder teugje,
mooie, elegante dikke pluimen rook
Het was waarop hij zich verheugde
en ik, ‘k inhaleerde dan stiekem ook
 
Een doos telde steevast 12 stuks,
ieder voorzien van ’n flinterdunne band
In z’n ogen ‘n schittering van geluk,
tussen duim en wijsvinger ‘n Ritmeester Riant
 
In de dozen zitten nu andere dingen,
van zegeltjes, bonnetjes tot ‘n kleingeldla
Het blijft altijd in m’n herinneringen,
dat ik mijn beste maatje weer, vol trots, gadesla!