Eikels, kastanjes, dennenappels vallen
terwijl je onder bomen loopt, inderhaast,
door regen heen tóch genietend onderweg,
positief denkt, weet je: het meeste valt ernaast!

Herfstachtige pracht in het bruine kleurenspel
dat hun herfstig getinte vacht camoufleert:
eekhoorns oogsten noten met voorpoten
die op handjes lijken; je blijft kijken.
Roerloos spieden aangeleerd
of de kust veilig is, rennen ze pijlsnel
van boom tot boom, dan naar de grond,
daarin de wintervoorraad, levensnoodzaak,
nootje voor nootje met zorg verstoppend, hoewel
niet ieder nijver dier later zijn hele oogst terugvond.

Ragfijne struikeldraden, door spinnen gesponnen,
mat-, wiel-, kaarde-, galg- en hangmatwebben,
vallen je pas op als het zonlicht erop schijnt,
ziet van najaarsvocht nog meer het mooie
als glinsterdruppels regen, mist, dauw
spinnenpaleizen met parels tooien,
merkt dat dit alles weer verdwijnt,
maar vergeet even de herfstkou.

Als je de herfsttijd op je in laat werken
zal je merken: je wordt warm van binnen,
in het besef dat donker altijd voor licht vlucht,
die waarheid ervaar je steeds weer, levenslang.
Je vervolgt in die zekerheid jouw levensweg,
in vrede, voor jouw herfst niet meer bang.
Alles is mooier in de zon, zelfs de regen,
beide van levensbelang en tot zegen
voor de aarde, tezamen zijn ze
van onschatbare waarde,
ook op jouw levenspad.

16.11.2016 {jcomments on}