December, een maand met feest en pret.
Over en weer cadeaus met Sinterklaas,
wat later een goed gevuld kerstpakket,
Kerst en Nieuwjaar vol goede wensen.

Die dagen smullen wij allerlei lekkernij,
denken aan presenten, groot en klein.
Zonder dat kan het toch ook feestelijk zijn?
Sinterklaas was vroeger echt heel fijn.

Met heel het gezin samen zingen,
lekker warm rondom de haard.
Voor elkaar zelfgemaakte dingen,
verpakt in doos, krat, krant of hooi
- mooi pakpapier was onbekend -
waren destijds zoveel waard.

Je werd met versjes verwend:
in grote hanenpoten een vel van pa;
met potlood geschreven iets van ma;
op een blaadje uit zijn schoolschrift
vol fouten een soort van gedicht
van je vaak stoute kleine broer.
Grote zus kwam over de vloer,
zij werkte al een jaar bij een boer.
Dat alles staat in je geheugen gegrift.

De oudsten onder ons weten:
voor cadeaus was er geen geld,
hetgeen ze nooit zullen vergeten:
kerstverhalen die werden verteld;
de kerstliederen thuis en in de kerk,
meermaals volop geoefend in de klas;
vader een extra dag thuis van zijn werk;
stonden ze niet thuis, dan wist je al waar
kerstboom, kerststal, te bewonderen was.

De meeste cadeaus die je ontving,
je herinnert ze jezelf allang niet meer,
wél dat je naar jouw opa en oma ging.
Je liep naar hun eenvoudige woning,
door bijtende kou, die niet deerde,
kon tegen een stootje, nog stééds,
omdat je dat al heel jong leerde.

2016