De één vindt troost in de kerk,
een ander zoekt het in zijn werk.
Toch voelen beiden zich eenzaam
staan uren voor het zwarte raam.

Hun gedachten, zwart en duister
zo horen ze niet het zacht gefluister
in het lege deel in hun hart
ze voelen alleen maar smart.

Praten over de gemiste kansen
die door hun leven dansen.
Ze horen niet het geloof in hun leven
nee, het is allemaal zwart wat ze beleven.

Ook zien ze niet de kleine brug
die God hun geeft voor de weg terug.
Als die eenmaal is ontdekt
is het geloof weer tot leven gewekt.