Als alle woorden
	door ons uitgesproken
	in het afgelopen jaar
	-in het geheim of
	in het openbaar-
	tegen Gods licht
	worden gehouden
	komen er vragen boven:
	-
	Waren onze woorden eerlijk en positief?
	Bouwden ze de ander op?
	Spraken we goed van onze Koning?
	Dienden we de zaak van ’t Koninkrijk?
	Of ging ’t om eigen eer en gelijk?
	-
	Is Nederland in duisternis gedoken
	omdat Gód er is uitgesproken?
	-
	Wordt de kandelaar verplaatst?
	-
	Spreekt ons geweten dan
	en leren wij er ook van?
	-
	We moeten terug naar de basis:
	Liefde tot God en tot elkaar.
	Alleen in die gehoorzaamheid
	rust er zegen op ’t komende jaar.
	-
	Misschien worden wíj dan
	in het komend jaar heel stil
	en gaat Gód grote dingen spreken
	het Licht ontsteken
	in wie luisteren wil.
                    
-