We kijken naar ons levenshuis
en zijn dan o zo snel tevreden.
God is vast heel blij met ons,
voor bezorgdheid is geen reden.

Het uiterlijk lijkt smetteloos,
maar 't verderf, diep van binnen,
vraagt om een rigoureuze aanpak,
anders zal het ons overwinnen.

We denken: met nieuw behang
worden plekken gecamoufleerd.
Een likje verf doet wonderen,
dat hebben we al jong geleerd.

De leidingen lekken, de deur
doen we daarom snel weer toe,
hopend dat alles binnen blijft.
Het maakt ons eindeloos moe.

Eigenlijk zijn we druk bezig
onze gebreken te verstoppen,
maar God kent ze al heel lang,
staat dringend aan te kloppen:

"Doe open kind, Ik kom je helpen,
we ruimen die troep samen op.
Al overzie jij het nu niet,
Ik heb een plan, dat klopt.

Ik weet wat er moet gebeuren
zodat het wordt: een mooi paleis
Ik kom er Zelf als Koning wonen,
wees nou eens niet zo eigenwijs!"

Jolanda Holleman-Kropff