De Here zegene en behoede u

De zonnebloem geeuwt
rekt zich allengs uit
wanneer de dageraad
haar gelaat optilt
met het stralend grote licht
ginds omhoog in het oosten

Laat Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig

Een zoemend bijtje imkert
het gelouterd zaad dat voelt
als in een oven gebrand
middenin een aura vlammen
welke slakken de stuipen op
het lijf jagen want die klimmen
en zakken op lange groene takken
stelen als een dief in de nacht

Verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede

De zonnebloem geeuwt niet meer
vlinders spelen in haar gele krans met
het vergulde hoofd naar de zon gericht
lijkt ze op haar tweelingsziel waarmee
ze vrolijk meereist van her naar der
van het oosten naar het westen

* * *
Vanuit een zonnig dakvenster
ontmoet de morgenster haar spiegelbeeld
en ziet dat het goed is
herinnert zich de Aäronszegen
beeldt hem met een schaduwspel uit
achter een meekijkend luik
opent zich een Aronskelk
gans de woning vult zich
met een zalig geurig licht

Numeri 6:24-26